NIEUWSBRIEF

Contactblad van de Stichting Deventer – Roemenië

Juli 2004  


In deze aflevering:
Voorzitter Janna Stegink over het bezoek in maart aan Sibiu en het zigeunerproject in Prislop
Tonny Hagen aan het woord over de activiteiten van de kledinggroep
Ap Haverslag, agrariër in ruste, actief voor de projectgroep Bedrijfsleven
Stichting Deventer-Roemenië heeft (eindelijk) een eigen website
Duitse partij behaalt overwinning bij verkiezingen in Sbiu
Basisschool "Het Roessink" schenk partij computers voor scholen in en rond Sibiu
Juni transport op weg naar Roemenië
Delegatie uit Sibiu komt in september op bezoek in Deventer

U kunt deze nieuwsbrief als PDF-bestand downloaden. Klik hier als u dat wilt

Zonodig kunt u Acrobat Reader downloaden.  klik dan op de afbeelding


Voorzitter Janna Stegink:

“DE ROEMENEN ZULLEN DE ARMOEDE OVERWINNEN”  

Elk jaar brengt het dagelijks bestuur van de Stichting Deventer-Roemenië een werkbezoek aan Roemenië. Dit jaar waren we er van 22 tot en met 26 maart. Er kwamen nogal wat onderwerpen op tafel. Allereerst was er het afscheid van Mircea Pantazopol.We hebben hem bedankt voor de geweldige inspanningen die hij zich al die jaren als voorzitter van de Fundatio Sibiu- Deventer getroost heeft. Ik mocht hem een passend afscheidscadeau in het vooruitzicht stellen.  

Met de nieuwe  bestuursleden van de Fundatia hebben we twee keer gesproken. Men heeft de organisatie ingrijpend gewijzigd. Net als bij ons wil men met projectgroepen gaan werken, onder leiding van een contactpersoon. Wellicht brengt een delegatie van de Fundatia een werkbezoek aan Deventer. Ook met de Community Foundation werden gesprekken gevoerd, bijvoorbeeld over hun voorstellen voor een groot aantal projecten.  

 De ‘nieuwe’ vrijwilligers
Toen ik in januari 2003 voorzitter werd van de Stichting Deventer-Roemenië, zat de Stichting een beetje vast. De meeste projecten liepen goed, maar toch was het elan van de eerste uren wat weggeëbd. Nieuwe ideeën kwamen niet door, velen wilden het graag bij de oude vertrouwde organisatie houden. Ik vond en vind dat een levende organisatie in beweging moet zijn. De komende jaren zullen er andere eisen gesteld worden aan een typische vrijwilligersorganisatie als de onze. Naast de vaste activiteiten door de projectgroepen, zullen we thematischer en nog meer op projectbasis moeten gaan werken. Veel mensen willen nog best actief zijn, maar richten zich liever op projecten van kortere duur. Daar steken ze tijd, kennis en energie in en aan het eind van het project stoppen ze. Of beginnen aan een nieuw project. Met de ‘nieuwe’ vrijwilligers zul je als bestuur afspraken moeten maken, noem het overeenkomsten: wat gaan jullie precies doen, binnen welke termijn en hoe pakken jullie het aan?

 Zigeunerproject Prislop

Ik proef een nieuw elan binnen de Stichting. Ik proef het aan het enthousiasme en de inzet die er is bij het project-Prislop, dat opgepakt wordt door de Projectgroep Contactgezinnen. Waarmee het werk van deze actieve groep, in samenwerking met andere groepen, voor een deel een nieuwe inhoud en dimensie krijgt.

Prislop is een zeer arm dorpje in de buurt van Sibiu. Er wonen hier onder zeer slechte omstandigheden enige honderden zigeunergezinnen.  In Roemenië zijn zigeuners niet de meest geliefde bevolkingsgroep. ‘Laat ze maar gaan werken’, is vaak de opmerking van de gemiddelde Roemeen als het gaat om de armoede waaronder deze mensen te lijden hebben. Daarbij vergeten dat er domweg geen werk is.
Met de Community Foundation hebben we sluitende afspraken  gemaakt om - te beginnen - een twintigtal zeer arme, grote gezinnen te ondersteunen. In de eerste plaats met voedselhulp. In een later stadium ook op structureel gebied, te denken valt aan voorzieningen in de gezondheidssector. Een uitdaging voor onze contactgezinnen.  

Prachtige rijlaarzen

Het Zigeunerproject is veelbelovend, ook al omdat de Community Foundation garanties geeft dat de hulp dáár terecht komt waar het ook echt nodig is. We moeten vaststellen dat Roemenië, na de revolutie, nog steeds een zeer arm land is. En nog steeds hulp nodig zal hebben. Maar de problemen kunnen overwonnen worden. De Roemenen zullen de armoede overwinnen. Dat betekent ook dat onze hulp langzamerhand van karakter zal veranderen. Ook al omdat de Roemeense overheid steeds strakkere richtlijnen uitvaardigt voor import van gebruiksvoor-werpen. Ik noem één voorbeeld. We hebben binnen het kader van de kledingvoorziening heel veel gebruikte schoenen naar Roemenië gestuurd. Tegelijk is de schoenenindustrie daar weer aan het opkomen. Er worden prachtige rijlaarzen en modieuze schoenen gemaakt. Het kan dus niet zo zijn dat je zo’n jonge industrie gaat concurreren met gebruikte schoenen (die misschien ook nog wel in Roemenië zijn gemaakt). Zulke ontwikkelingen vragen om een andere aanpak, een andere visie.

Voortgang

Ik zie voortgang in onze relatie met Roemenië. Al is de samenwerking niet altijd even makkelijk. Vooral de Roemenen onderling hebben nogal veel moeite om met elkaar door één deur te gaan. Ik ben er een groot voorstander van om actieve mensen uit Sibiu en omgeving naar Nederland te halen en ze op die aspecten te trainen. Mensen die decennia onder een harde dictatuur hebben geleefd en voornamelijk hun mond moesten houden, geen van de officiële lijn afwijkende activiteiten mochten ondernemen, geen organisaties oprichten, hebben ‘samenwerken’ ook nooit geleerd.  

Terug naar begin


WEBSITE IN DE LUCHT

Het was al lange tijd een wens van velen, nu is hij er: de eigen website van de Stichting Deventer-Roemenië. U kunt ‘m bezoeken door te surfen naar www.deventer-roemenie.nl. Let op: geen puntjes zetten op de laatste e van Roemenie.

De site geeft compacte en wetenswaardige informatie over de Stichting. Dat varieert van een heldere uiteenzetting over de doelstellingen, de taken van de Projectgroepen en een actuele nieuwspagina. Bovendien - en dat maakt de website extra bezienswaardig - is er veel informatie opgenomen over onze partnergemeente Sibiu. Informatie die geïllustreerd wordt door een groot aantal foto’s uit Sibiu en omgeving. De website is bovendien interactief, want men kan direct reageren op de inhoud en door contact te zoeken met de Stichting Deventer-Roemenië. Dus als u toch achter uw pc zit, surf dan even naar www.deventer-roemenie.nl (zonder puntjes op de laatste e van Roemenie.

Het is de bedoeling dat de site de komende tijd verder gaat “groeien”. Uw suggesties zijn welkom.

Terug naar begin


Tonny Hagen, voorzitter Kledinggroep

DERTIEN JAAR ELKE WEEK TIEN TOT ZESTIEN UUR IN DE WEER VOOR ROEMENIË

Ze werkt al dertien jaar voor de Stichting. Is voorzitter van de Kledinggroep ‘Ja, ik heb het daar allemaal voor het zeggen.’ Maar ze relativeert die woorden direct. ‘We hebben een leuke groep vrijwilligsters, goed op elkaar ingespeeld en goed gemotiveerd. Soms denk ik wel eens, zal ik er mee stoppen na al die jaren. Maar dat gaat wel gauw over. Mijn man en ik gaan regelmatig op vakantie naar Roemenië. Daar hebben we inmiddels in Sibiu en omgeving heel wat kennissen gekregen. Goede vrienden. We hebben er een contactgezin en het is elke keer een feest als we daar komen. De gastvrijheid is zo groot.

Meestal blijven we een weekje in Sibiu en daarna trekken we verder door het land. De Karpaten, Transsylvanië, Moldavië. Als je dan in die kleine dorpjes komt, ver weg van de bewoonde wereld, dan weet je weer waarvoor je het doet,. De armoede is zo schrijnend, er is zo’n gebrek aan alles. We hebben contact met een zigeunergezin, vader, moeder, vijf kinderen. Er is geen werk, nauwelijks inkomen. De vader is nu begonnen bezems te maken. Maar iedereen maakt nu bezems, en er is niet zo heel veel vraag naar bezems. Ja, dan weet je wel waarom je dit werk blijft doen.’

‘De dames’

Tonny Hagen is vrijwilligster van (bijna) het eerste uur. Dertien jaar elke week tien tot zestien uur in de weer voor Roemenië. ‘Er is heel wat veranderd,’ zegt Tonny Hagen. ‘Als je ziet wat er in het begin aan kleding binnenkwam, niet te geloven, zo smerig, zo kapot, maar het ging allemaal naar Roemenië, daar was men er blij mee. Dat is nu gelukkig anders. Ik ben heel secuur op de selectie van kleding. Het moet in ieder geval schoon zijn en niet kapot. De helft van wat we aangeboden krijgen is niet schoon en niet heel. Dat doen we dus weg, wordt verkocht aan een lompenman. Met dat geld kunnen we de transportkosten betalen. Twee keer in de week staan ‘de dames’, zoals Tonny Hagen ze noemt, klaar in de loods aan de Sint Olafstraat in Deventer om de goederen in ontvangst nemen. Wat er binnenkomt? ‘Heel verschillend. Soms komt iemand binnen met dertig zakken vol kleding, soms is het aanbod veel minder. We gaan ook zelf op pad hoor. Bij twee winkels van tweedehands kinderkleding, in Heino en Deventer, kunnen we elke maand de niet-verkochte kinderkleertjes ophalen. Dan hebben we vaak een hele auto vol prachtige, moderne kleding.’

Kaf van koren scheiden

Als de kleding binnenkomt gaan drie dames bezig met het sorteren. Het kaf van het koren scheiden, zoals dat heet. De goede, schone kleding wordt soort bij soort gelegd en op maat gehangen. 

De andere dames gaan vervolgens de dozen inpakken. ‘We krijgen vanuit scholen in Sibiu en omgeving lijsten van gezinnen, met daarop vermeld het aantal gezinsleden, man, vrouw, jongens, meisjes en hun kledingmaten. Op basis van die gegevens worden de dozen ingepakt.  Een gezin kan maximaal vier dozen krijgen. Maar dat zijn echt hele grote gezinnen. Laats zei een vrijwilligster, ik heb hier een gezin van elf mensen, ik kan niet voor iedereen iets inpakken. Vind ik heel erg.’

Bananendozen zijn ideaal

‘De eisen om goederen naar Roemenië te brengen worden steeds scherper. De Roemeense overheid doet dat voor en deel om de eigen industrie te beschermen, maar ook uit hygiënische overwegingen en om redenen van prestige. Op dit moment worden bijvoorbeeld geen gedragen schoenen toegelaten. En ook kleding voor kinderen tot drie jaar mag het land niet in, evenmin als speelgoed. Alleen als de spullen nieuw zijn, in de originele verpakking zitten of van originele labels is voorzien, dan mag het. Toch krijgen we ook deze goederen aangeboden. Dat is geen probleem,’ zegt Tonny Hagen. ‘Want ook daarvoor is een bestemming. Via een partnerorganisatie wordt het verstuurd naar Hongarije, waar deze restricties niet gelden.’ De organisatie van het Kledingproject vraagt veel tijd en praktisch inzicht. 

‘We moeten overal achteraan,’ zegt Tonny Hagen. ‘De dozen, bananendozen zijn het meest ideaal, krijgen we van een grootgrutter. De doorzichtige plastic zakken (dat is verplicht als je dekens in zakken verpakt) krijgen we ook gratis. Ik bedel wat af: plakband, viltstiften. Tot nu toe krijgen we alles gratis.’

Gloednieuwe pyjama’s

‘Je bent er eigenlijk de hele dag mee bezig. Vaak staat het hier achter het huis, onder de luifel, vol met zakken en dozen kleding. De mensen weten me te vinden. En ach ja, dan zeg ik: zet het hier maar neer. Er zijn mensen die regelmatig nieuwe kleding schenken, zoals die meneer uit Colmschate. Daarvan krijgen we soms een partij gloednieuwe pyjama’s. Of dat grote modebedrijf uit Wilp dat ons vaak gul bedeelt met nieuwe kleding. Ik ben altijd in de loods als de dames aan het werk zijn. Laatst moest ik het een keer laten afweten, had andere verplichtingen. Zegt een vrijwilliger, oh, dan zal het ook wel niet doorgaan als jij er niet bent.’  

De vrijwilligsters van de kledinggroep zijn twee dagen per week in de opslagloods aanwezig om voor Roemenië bestemde kleding in ontvangst te nemen. Openingstijden: Dinsdag van 10.00 tot 14.00 u. en donderdag van 12.00 tot 14.00 u. In de maanden juli en augustus is de loods gesloten. 7 September zijn de dames weer paraat aan de Olafstraat.

Terug naar begin


Ap Haverslag, voorzitter Projectgroep Bedrijfsleven:

‘OF IK INTERESSE HAD IN IETS BESTUURLIJKS BINNEN DE STICHTING’  

Op de site van de Stichting Deventer-Roemenië zijn de taken van de projectgroep Bedrijfsleven kort en bondig geformuleerd: ‘Overdracht van kennis aan bedrijven, het mee helpen opzetten en inrichten van ambach-telijke bedrijven en het leggen van contacten tussen bedrijven in Nederland en de regio Sibiu. 

Tevens is het de opzet om de landbouwkundige situatie van het nabij Sibiu gelegen dorp Vestem (gemeente Selimbar) in zijn geheel te verbeteren. Daartoe is in Vestem een landbouwcoöperatie opgericht.’ 

Voorzitter van de Projectgroep Bedrijfsleven is Ap Haverslag uit Okkenbroek. Sinds januari van dit jaar actief bij de Stichting. Tijd om eens met deze agrarische ondernemer in ruste te gaan praten.  

Dat ‘in ruste’ moet met een stevige korrel zout worden genomen. Weliswaar heeft Ap Haverslag (62) zijn veehouderij van de hand gedaan en is hij formeel ambteloos burger, maar hij verveelt zich in zijn ruime woning aan de Oerdijk geen moment. De geboren bestuurder Haverslag trekt nog aan heel wat touwtjes in verenigingsland. En dat is in verreweg de meeste gevallen een wederzijds genoegen. ‘Ik kan niet stil zitten, zegt Haverslag, ‘ik moet wat om handen hebben. Ook toen ik de veehouderij had verkocht, bleef ik actief in de landbouworganisaties.’ Dat heeft hij z’n leven lang gedaan. Als jongeling bij Christelijke Jongemannen Vereniging (CJV). Later als lid van het hoofdbestuur van de Overijsselse Landbouwmaatschappij (OLM), van de verzekeringsmaatschappij Avero die nu in Achmea is opgegaan en van Cebeco, de grote landbouwcoöperatie uit Rotterdam. Maar denk niet dat het alleen maar om landbouwzaken ging in huize Haverslag. Hij werd voorzitter van de CNS-scholen in Deventer en leidde het cluster van protestants-christelijke basisscholen naar een fusie met de katholieke Benhardusscholen, die nu onder de naam Qua Vadis vrijwel het gehele confessionele basisonderwijs in Deventer bestuurt.

‘Afstandelijkheid’

‘Wel een vreemde situatie’, zegt Haverslag glimlachend. ‘We hadden zelf geen kinderen, ik was rond de zestig jaar oud en paste dus helemaal niet in het profiel van een schoolbestuurder. Maar misschien was juist die ‘afstandelijkheid’ wel goed. Hoe ik bij de Stichting Deventer-Roemenië terecht ben gekomen? Ja, hoe gaat dat. Er was ooit een bijeenkomst in Okkenbroek over Oost-Europa. Daar ontmoette ik Johan Kuiper van de gemeente die daar over ging en Hans Scholten van de Stichting. Of ik interesse had in iets bestuurlijks binnen de SDR. Dat had ik wel, maar de contacten bleven op een laag pitje. Een jaar later belde Hans Scholten me op. Of ik nog steeds interesse had. Ik heb toen een poosje meegelopen en kreeg de smaak te pakken. Er was al een projectgroep die specifiek op het bedrijfsleven gericht was. Van begin af aan zaten daar mensen uit het Deventer bedrijfsleven in. De Projectgroep begon met het opstarten van een bakkerij in Vestem. Later heeft men zich meer op landbouw gericht. Maar er was al gauw overeenstemming over de noodzaak om breder te gaan werken. Niet alleen landbouw. Er kwamen nieuwe mensen in de groep: Gerrit van de Kooy, de voormalige bestuursvoorzitter van ROC Aventus en Ben Schräder, die als binnenstadondernemer goede contacten had met het midden- en kleinbedijf.’

Brandweerproject

Ap Haverslag gaat binnenkort voor de eerste keer naar Roemenië. ‘We gaan met ons vieren en met de auto. In Sibiu en omgeving zullen we mensen ontmoeten. En we zullen ons op de hoogte stellen van de wensen en de mogelijkheden. Ik zie het vooral als een oriënterend bezoek. Weten wat daar speelt, waar hulp en ondersteuning nodig en gewenst is. We zullen zeker afspraken maken over het brandweerproject dat nu loopt. We kregen de beschikking over een brandweerauto van de gemeente en een van Roto Smeets. De vrijwillige brandweer in Saliste, een dorpje dicht bij Sibiu was daarin zeer geïnteresseerd. We zullen nagaan of het mogelijk is om een aantal van die brandweerlieden naar Deventer te halen waar ze kunnen trainen met de auto. Dat zou in het najaar moeten gebeuren. Wellicht kunnen die mensen hun brandweerauto dan zelf naar Saliste rijden.’

Herdershoeden en ruitercaps

Oriënteren, dat is het uitgangspunt. Ap Haverslag: ‘We willen ook niet met kant en klare plannen komen. Het initiatief moet van de mensen zelf uitgaan. Zij hebben de ideeën en wij ondersteunen ze. Zo valt er te denken aan het oprichten van een facilitair bedrijfje. Een bureau dat mensen de weg wijst, bijvoorbeeld in de wereld van subsidiemogelijkheden, zoals de SAPPARD-gelden die vanuit de Europese Unie beschikbaar zijn voor landen die wachten op toetreding tot de EU. We gaan in Sibiu ook praten met Ilies Virgil. Hij is eigenaar van een fabriekje dat herdershoeden maakt. Wij kijken of daarvoor afzetmogelijkheden in Nederland zijn. Van onze kant nemen we een paar ruitercaps mee. Wellicht kan zijn bedrijf die maken. Ik verwacht veel van dat bezoek. Contacten opbouwen nieuwe initiatieven oppakken. Dat is voor mij een belangrijke motivatie om dit werk te doen. Mensen helpen die wat willen en wat kunnen. Dingen opbouwen, van de grond trekken. Het is mooi dat zoiets in Roemenië kunt doen. Het is er nog hard nodig.’  

Terug naar begin


DUITSE PARTIJ HAALT ABSOLUTE MEERDERHEID IN SIBIU

De gemeenteraadsverkiezingen die zondag 6 juni in Roemenië werden gehouden hebben verrassende uitslagen opgeleverd. Zo werd de oppermachtige sociaal-democratische partij (een voortzetting van de oude communistische partij) in veel gemeenten van het pluche verdreven. ‘Dat gebeurde ook in Sibiu’, aldus een bericht in NRC Handelsblad, dat over de verkiezingen in onze partnerstad schreef: ‘Sibiu, 170.000 inwoners in het zuiden van Transsylvanië, de stad die door de Duitsers Hermannstadt wordt genoemd, is sinds de verkiezingen van zondag weer in Duitse handen. De stad die in de 12e eeuw door kolonisten uit Luxemburg werd gesticht was vroeger een stad van de Duitse minderheid. Onder Ceauçescu is die minderheid aan de Bondsrepubliek ‘verkocht’. Van de 750.000 Duitsers van jaren veertig zijn er in Roemenië nog maar 80.000 over. Ze genieten een goede reputatie: ze zijn betrouwbaar, loyaal en goed georganiseerd, en harde werkers zijn het ook nog. Van de inwoners van Sibiu koos zondag 88 procent de Duitser Klaus Johannis tot burgemeester. Bovendien veroverde zijn partij, het Democratisch Forum van Duitsers in Roemenië (FDGR) een absolute meerderheid in zowel de gemeenteraad als de provinciale raad.’  

Terug naar begin


JUNI-TRANSPORT NAAR ROEMENIË

Als u deze Nieuwsbrief leest is de transportbus van de Stichting Deventer-Roemenië op weg naar Sibiu. Misschien al wel gearriveerd. De bus met aanhanger, volgestouwd met hulpgoederen, is op 26 juni vertrokken uit Deventer. Na een reis van ruim 1900 kilometer komt het transport drie dagen later aan op de plaats van bestemming. Tijdens een verblijf van vier dagen worden de meegebrachte spulletjes op de verschillende adressen afgeleverd. Met dit juni-transport zullen vooral materialen van de Projectgroep Gezondheidszorg worden vervoerd.  

Terug naar begin


BASISSCHOOL HET ROESSINK SCHENKT VEERTIG COMPUTERS

Dat een kat zeven levens heeft, is genoegzaam bekend. Minder bekend is de levensloop van een computer. Dat zijn er minstens drie. De Stichting Deventer-Roemenië mocht van de basisschool Het Roessink een partij van ongeveer veertig computers in ontvangst nemen. Deze pc’s gaan in Roemenië een derde leven beginnen. De computers waar het om gaat waren eerst in gebruik bij Kluwer in Deventer. Toen dit bedrijf ze ging vervangen, verhuisden ze naar Het Roessink,. Daar deden ze een aantal jaren foutloos dienst. De school heeft kortgeleden deze computers vervangen door snellere, tweedehands apparaten,. En zo kon SDR de nog in prima staat verkerende pc’s in ontvangst nemen. Er zijn nogal wat scholen in Sibiu en de kleine dorpen in de omgeving die vrijwel geheel verstoken zijn van de zegeningen van het it-tijdperk of er draaien hele oude machines (soms nog XT of 286). De pc’s van Het Roessink betekenen een welkome aanwinst. De eerste partij van twintig computers is al in apil afgeleverd bij twee scholen, onder andere in het dorp Vestem. Vestem is de plaats waar met hulp van SDR met veel succes een landbouw-project werd opgezet.  

Terug naar begin


DELEGATIE FUNDATIA DEVENTER-SIBIU OP BEZOEK

In september komt een delegatie van de Fundatia Sibiu-Deventer op bezoek in Deventer. De Fundatia is de Roemeense tegenhanger van onze Stichting. De contacten van de SDR lopen in Sibiu meestal via de Fundatia. Het werkbezoek is vooral bedoeld om de Roemenen kennis te laten maken met de SDR en het werk van de Stichting in Deventer en omgeving. Er zullen veel contacten zijn met d projectgroepen. Een kennismaking die moet leiden tot betere contacten en communicatie over en weer. Op dit moment wordt het programma voorbereid. De projectgroepen worden daarbij actief betrokken.


Terug naar begin

Terug naar keuzepagina