NIEUWSBRIEF

Contactblad van de 

Stichting Deventer – Roemenië

Juni 2007


Inhoud:  

1. Johan Oldenburger voorzitter SDR
2. Aanbevelingen commissie Assink uitgevoerd
3. Verslag van de rampzalige brand in Oostenrijk
4. Hoe nu verder met hulp aan Roemenië?
5. Pakkettenactie Contactgezinnen mei succesvol
6. SDR aanwezig in winkelcentrum Colmschate
7. Twellose wijn geveild voor SDR
8. Pompoenenplanten groeien als kool  


U kunt deze nieuwsbrief ook als PDF-bestand downloaden. Klik hier als u dat wilt.
Om een PDF-bestand te kunnen lezen, heeft u Adobe Acrobat Reader nodig;
zonodig kunt u Acrobat Reader downloaden door op de afbeelding te klikken


Dramatische gebeurtenis

12 juni 2007 nabij Wenen:

Brand verwoest bus, aanhanger en lading

Voor een uitgebreid verslag zie hierna


Johan Oldenburger: nieuwe voorzitter Stichting Deventer-Roemenië

Hij is Groninger van geboorte, 67 jaar jong en vol energie. Al bijna veertig jaar woont hij met veel plezier in Deventer. Een groot deel van zijn werkzame leven is hij in dienst geweest bij AKZO-NOBEL en was daarnaast tot voor kort namens de Christen-Unie lid van Provinciale Staten van Overijssel.

Dat is in het kort het profiel van Johan Oldenburger, sinds 14 mei van dit jaar voorzitter van Stichting Deventer Roemenië. Johan vertelt:
“Mijn gezin bestaat naast mijn echtgenote uit zeven kinderen, die inmiddels allemaal getrouwd zijn. Samen hebben we 22 kleinkinderen.”
Een van de kinderen woont in Australië. Dat leidt ertoe dat er heel af en toe een verre reis wordt gemaakt.
 

“Ik heb nog gesolliciteerd bij Noury & Van der Lande en ben daar ook aangenomen. Toen ik er begon te werken, was het bedrijf inmiddels overgenomen.”
In zijn werk heeft Johan veel ervaring opgedaan op het gebied van het opbouwen van goed werkende organisatiestructuren. In het politieke werk bracht die ervaring grote voordelen.  

Bij de laatste verkiezingen voor Provinciale Staten in maart 2007 heeft Johan zich na een periode van twintig jaar niet weer kandidaat gesteld. “

Kort daarna kwam Bernard Assink die bezig was een nieuwe voorzitter te zoeken voor Stichting Deventer-Roemenië. Het lijkt me een geweldige uitdaging om leiding te geven aan een goed bekend staande organisatie en ik hoop dat ik een bijdrage kan leveren aan het tot uitvoering brengen van de aanbevelingen die zijn gedaan door de commissie Assink die door het bestuur zijn aanvaard en ook door de vrijwilligers worden onderschreven.”  

Kort na zijn aantreden als voorzitter heeft Oldenburger de vrijwilligers van SDR uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek, samen met zijn collega-bestuursleden. Daarbij heeft hij duidelijk aangegeven wat hem voor ogen staat voor de toekomst van SDR, ingegeven door de eerder genoemde aanbevelingen van de commissie-Assink.

Naast de uitdaging de nieuwe structuur handen en voeten te geven komt er nog een extra uitdaging door het teloor gaan van onze eigen transportmiddelen. “We zullen moeten zoeken naar alternatieven, maar ook daar komen we wel weer uit”, aldus Johan Oldenburger.

En: “we moeten goed doen waar we goed in zijn”.
Terug


Aanbevelingen commissie-Assink uitgevoerd  

In de Nieuwsbrief van januari 2007 maakten wij melding van de werkzaamheden van de commissie-Assink. Deze commissie is in het najaar van 2006 ingesteld om advies uit te brengen omtrent de gewenste structuur van SDR. Daarnaast heeft de commissie zich gebogen over de wijze waarop hulp aan Roemenië het best kan worden uitgevoerd, ook in het licht van de veranderde omstandigheden door de toetreding van Roemenië tot de EU.  

De commissie heeft begin februari haar rapport gepubliceerd waarna het is besproken met een groot deel van de actieve vrijwilligers van SDR.
De commissie komt -kort gezegd- tot de conclusie dat SDR zich dient te beperken tot de “core business” dat wil zeggen het verlenen van verschillende vormen van humanitaire hulp. Daarbij past een doorzichtige organisatie waarin geen afzonderlijke project- of werkgroepen bestaan en waaraan door  een in omvang klein bestuur van drie mensen leiding wordt gegeven. Daarnaast beveelt de commissie aan een coördinatie- of uitvoeringsgroep van circa vier tot zes mensen in te stellen die zich voornamelijk bezig houdt met de operationele werkzaamheden, een en ander in nauwe samenspraak met het bestuur.

Nadat het bestuur kennis had genomen van de aanbevelingen is het rapport uitvoerig tijdens een vrijwilligersbijeenkomst besproken. De positieve reacties waren voor het bestuur aanleiding accoord te gaan met het uitgebrachte advies.

Als uitvloeisel van de aanbevelingen is de commissie vervolgens aan de slag gegaan een nieuw, klein bestuur samen te stellen. Dat heeft ertoe geleid dat Johan Oldenburger bereid werd gevonden het voorzitterschap op zich te nemen. Rieks Kral verklaarde zich bereid tijdelijk al penningmeester te fungeren en Geert Hannink stelde zich beschikbaar als secretaris.

De afronding vond plaats op 14 mei waarbij de leden van het “oude” bestuur hun functies beschikbaar stelden en waarbij een nieuw bestuur van drie personen werd geïnstalleerd. De zoektocht naar een nieuwe penningmeester zal nog worden voortgezet.  

Terug  


SDR presenteert zich in Colmschate

12 Mei gaf SDR acte de présence tijdens een manifestatie van de bedrijven die gevestigd zijn in het winkelcentrum Colmschate. Met onze bus werd daar, vóór het pand van Keurslager Vrielink aandacht gevraagd voor het werk van de stichting en voor de inzameling van kleiding in het bijzonder.  

Het was een gezellige drukte aan de Flora in het winkelcentrum Naast de bus werd een partytent van de familie Vrielink opgesteld waarin een kleine expositie werd ingericht. Een kraampje met souvenirs uit Sibiu ontbrak niet en er waren bezems uit Prislop te koop.  Veel mensen maakten van de gelegenheid gebruik om hun overtollige kleding te komen brengen. Dat leverde al met al een flinke “oogst” op waar de “kleding”-dames weer een flinke tijd vooruit kunnen.

Miny Vrielink en haar man Henk die de keurslagerij runnen zorgden voor de nodige versnaperingen voor de vrijwilligers die SDR bij het publiek presenteerden.  

Terug


Twellose wijn geveild voor Roemenië  

Eveneens op 12 mei was er bij de “Hof van Twello” aan de Rijksstraatweg een bijzondere manifestatie. Hier werden de eerste flessen van de eerste oogst Twellose wijn geveild.  

Veilingmeester Jan Brinkman (van de pompoenen) liet zien dat hij zijn oude beroep nog lang niet verleerd was. Na een gloedvol betoog, waarin hij aangaf hoezeer de hulp aan Roemenië nog steeds heel erg nodig en ook zeer welkom is, begon hij de eerste serie van drie flessen witte wijn te veilen.

Brinkman schreef in de palm van zijn hand een getal. Daarna kon het bieden beginnen: alle geboden bedragen werden bij elkaar geteld en er kon geboden worden totdat het opgeschreven getal bereikt was. Degene die het laatste bod uitbracht, werd eigenaar van de wijn.

De meeropbrengst van de wijn boven de normale verkoopprijs is inmiddels op de rekening van SDR bijgeschreven.

Terug  


Kleding zeer welkom!

Bij de fatale brand waarbij onze transportbus in vlammen is opgegaan (zie hierna) is ook een grote partij kleding in vlammen opgegaan. Goede (gebruikte) kleding is zeer welkom waarmee we  alsnog een groot aantal Roemeense gezinnen kunnen verblijden.


 

12 juni 2007

Brand verwoest bus en aanhanger    

Maandag 11 juni even over zessen in de ochtend vertrekken ze vol goede moed richting Sibiu: Johan de Weerd en Tijmen Jansen als chauffeurs en Bert Top, Dick Zweers en Geert Hannink als passagiers. Aan boord van de bus en de aanhanger ongeveer 700 dozen gevuld met kleding bestemd voor even zovele Roemeense gezinnen.  

De reis verloopt voorspoedig: de eerste dag wordt Oostenrijk bereikt en tussen Passau en Linz wordt halt gehouden. Tijd voor het avondeten bestaande uit de meegebrachte nasi en een toetje. De volgende ochtend weer vroeg uit de veren: wassen, scheren, ontbijten en tegen half acht weer op pad: Nog 1200 kilometer naar Sibiu.  

Drie uur later slaat echter het noodlot toe. Johan de Weerd heeft de bus juist de zuidelijke rondweg om Wenen opgedraaid als er in de cabine een schroeilucht te ruiken is. Na een blik in de zijspiegel roept Johan: “er brandt iets aan de zijkant van de bus”. Die wordt snel op de vluchtstrook tot stilstand gebracht. Iedereen eruit en direct wordt er een brandblusser gepakt. Inderdaad: onderaan de bus dansen wat kleine vlammetjes en er komt een beetje rook af. De brandspuit wordt gericht en de vlammen doven.  De eerste gedachte is “nou dat was het dan”, maar een paar seconden later laait het vuur weer op en de tweede brandblusser komt tevoorschijn. Die wordt op de vlammen gericht maar als de blusser leeggespoten is blijft het branden. Dan is het duidelijk dat het ernstig is. Intussen is de brandweer gebeld.  

        

Er is nauwelijks tijd en gelegenheid nog iets uit de cabine van de bus te redden. Binnen de kortste keren heeft die zich gevuld met een dikke zwarte walm. Met datgene wat nog meegenomen kan worden, wordt een veilig heenkomen gezocht. Van een afstand wordt het trieste schouwspel gevolgd: dikke zwarte rookwolken stijgen hoog boven de bus uit. Er worden steeds meer vlammen zichtbaar en na amper drie minuten heeft de brand zich ontwikkeld tot een alles vernietigend inferno.

Ongeveer een half uur na het ontdekken van de brand arriveert de eerste brandweerwagen. De beide vrijwilligers kunnen met hun ene slang weinig uitrichten tegen de hoog oplaaiende vlammen die ook het aangrenzende bos in lichterlaaie dreigen te zetten. Het voorkomen daarvan heeft dan hun eerste prioriteit: het is duidelijk dat de bus en de aanhangwagen waarheen het vuur is overgeslagen niet meer te redden zijn.

Daarna komen er nog zes of zeven brandweerwagens van verschillende korpsen in de omgeving. Gezamenlijk en met inzet van een schuimkanon wordt de brand gedoofd. Dan begint het leeghalen van de nog smeulende restanten van de lading. Een vrachtwagen met grijper klaart die klus en op de rijbaan wordt wat van de kleding nog over is nat gespoten. Vervolgens gaat het in een paar containers en wordt het afgevoerd.

De restanten van de bus en de aanhanger, verworden tot verwrongen staal, worden afgesleept naar Wenen. De weg moet gerepareerd worden en de verbrande bomen worden gerooid.  

Na de brand

De buspassagiers krijgen van de brandweer een lift naar de politiepost van Alland waar de nodige formaliteiten moeten worden afgewikkeld. Als dat gebeurd is beraden de vijf gestrande reizigers zich op de stand van zaken. Eerst wordt er uiteraard nagepraat over de dramatische gebeurtenissen maar al snel komt de vraag aan de orde: en wat nu?

Even wordt overwogen met alternatief vervoer door te reizen naar Sibiu maar die gedachte wordt al snel terzijde geschoven. Alle consequenties overziende komt men al snel tot de conclusie dat dat geen goede optie is. Bert Top heeft zijn paspoort niet uit de vlammenzee kunnen redden, vrijwel niemand heeft nog enige bagage die toch nodig is voor een reis van vier of vijf dagen. Unaniem luidt dan ook de conclusie: “samen uit, samen thuis” en wordt besloten te proberen met de trein weer naar Deventer te reizen. Ook de mensen in Deventer waarmee overleg is, delen deze mening.

Inmiddels is er, samen met de politie van Alland, logies geregeld in Alland. Daar zijn in een pension twee kamers beschikbaar die samen gedeeld worden. De volgende ochtend om half acht staat het ontbijt klaar en er zijn al lunchpakketjes gemaakt.

Om negen uur staat er een taxibusje gereed en om half elf vertrekt de trein vanaf het West-Bahnhof in Wenen richting Deventer. Na een overstap in Hannover rolt de trein exact op tijd (21.42 u.) het station van Deventer binnen. Het einde van een reis waaraan abrupt een einde kwam.  

Terug


Hoe nu verder?  

Daags na terugkomst van de onfortuinlijke bemanning van Rit-83 wordt er met het bestuur overlegd. Er worden afspraken gemaakt over de afwikkeling van de tragische gebeurtenissen en de vraag komt aan de orde “hoe gaan we nu verder”. Over één ding is men het snel eens: de mensen in Roemenië mogen niet de dupe worden van onze pech.

Ons werk moet hoe dan ook voortgezet worden!

We gaan aan de slag om weer kleding en andere goederen en ook geld in te zamelen.  

Over de vraag van voorzitter Oldenburger of er een andere bus zou moeten komen, is men het ook snel eens. Niemand ziet dat zitten. Het ombouwen van een aan te schaffen andere bus, zal een kostbare maar ook zeer tijdrovende klus zijn. Niemand wil zich voor een tweede keer in een dergelijk avontuur storten.

Daarna wordt gesproken over alternatieven. Vooral over het begeleiden van transporten naar Roemenië, waarvoor van vrachtwagens gebruik gemaakt kan worden. Het idee wordt geopperd een transporter met dubbele cabine aan te schaffen. Die kan gebruikt worden voor vervoer binnen Nederland en biedt tevens de mogelijkheid met twee tot vier mensen mee te reizen met een transport.  

Terug


Contactgezinnen ontvangen pakketten  

Zaterdag 12 mei was het weer zover: aan een groot aantal Roemeense “contactgezinnen” kon weer een levensmiddelenpakket worden uitgereikt. De voorbereidingen daarvoor zijn zowel in Nederland als in Roemenië al weken tevoren opgestart.  

Maandag 7 mei reizen twee vertegenwoordigers van “Contacgezinnen”, Johan van Diepen en Arend Schiphorst, samen met tien belangstellenden met een vliegtuig van Swiss Air via Zürich naar Boekarest. Vandaar gaat het met een gecharterd minibusje naar Sibiu waar het gezelschap om kwart voor acht ’s avonds aankomt.

De volgende drie dagen worden gebruikt om alle voorbereidingen af te ronden waarna vrijdags door de supermarktketen XXL 692 pakketten worden afgeleverd.  

Dat de belangstelling aan Roemeense zijde groot is blijkt wel uit het feit dat er de volgende ochtend, zaterdag 12 mei, om kwart over acht al mensen staan te wachten op “hun“ pakket. Om negen uur begint de uitgifte en tegen half drie is het overgrote deel afgehaald. Een klein aantal mensen is niet in staat geweest het pakket op te komen halen. Die worden zoveel mogelijk thuis bezorgd, waarbij meteen werd geïnformeerd waarom de boodschappentas niet is afgehaald. Uiteindelijk blijft er een klein aantal pakketten over; die worden afgeleverd bij een bejaardenhuis in Sibiu. Overigens zijn alle Nederlandse gezinnen waarvan de tas niet bij “hun” gezin kon worden bezorgd, daarover geïnformeerd.  

Johan en Arend merken tenslotte nog op: “Het weer tijdens ons verblijf in Sibiu was fantastisch en vanwege de festiviteiten (Sibiu: culturele hoofdstad van Europa) was er veel te zien. Al met al kunnen we terugkijken op weer een geslaagde actie in Roemenië”.  

Binnenkort beginnen de voorbereidingen voor de volgende uitdeel-actie al weer….!  

Terug


Pompoenenplanten groeien als kool  

Van de heer Jan Brinkman in Twello vernemen we dat de pompoenenplanten inmiddels al fors uit de kluiten gewassen zijn. “Het gaat erg goed”, zegt Brinkman. Als het weer blijft meewerken verwacht de heer Brinkman weer een royale oogst die hij in de loop van september tot november aan de man gaat brengen.

Hopelijk krijgt Brinkman gelijk en kan SDR weer een leuke financiële bijdrage tegemoet zien.  

Terug